Dit lied wordt aangeleerd via het OMOKVAR model, daarvan vind u hieronder een uitleg. | ||||||||
O - Ontwerp.
Dit is de voorbereiding. Hierin staat centraal wat de beginsituatie van de leerlingen is. Dus welke ervaring ze al hebben met het lied. Het les doel wordt hier ook in verwerkt. Ook bepaal je hier welke materialen er beschikbaar zijn.
Dit is de voorbereiding. Hierin staat centraal wat de beginsituatie van de leerlingen is. Dus welke ervaring ze al hebben met het lied. Het les doel wordt hier ook in verwerkt. Ook bepaal je hier welke materialen er beschikbaar zijn.
MO - Muzikale Opening en
inleiding - Hierin staat de opening van de les centraal.
Je begint met een leuke opening waardoor de leerlingen geïnteresseerd en geprikkeld worden. Dit aangesloten aan de leerbehoefte. Vanuit hier bepaal je samen met de leerlingen hoe de les verder gaat verlopen.
Je begint met een leuke opening waardoor de leerlingen geïnteresseerd en geprikkeld worden. Dit aangesloten aan de leerbehoefte. Vanuit hier bepaal je samen met de leerlingen hoe de les verder gaat verlopen.
K - Kern.
In de kern zijn de leerlingen muzikaal actief. De leerkracht heeft een begeleidende rol. Dit zou bijvoorbeeld bij dit onderwerp betekenen dat de leerkracht op dit moment de kinderen het lied aanleert. Hierin staat ook samenwerking centraal.
In de kern zijn de leerlingen muzikaal actief. De leerkracht heeft een begeleidende rol. Dit zou bijvoorbeeld bij dit onderwerp betekenen dat de leerkracht op dit moment de kinderen het lied aanleert. Hierin staat ook samenwerking centraal.
V- Verwerking
Wanneer de leerlingen denken het lied te beheersen, gaan we in deze fase de leerlingen uitdagen om de grenzen van hun mogelijkheden te verkennen. Het wordt bijvoorbeeld moeilijker gemaakt door bij een bepaald woord te klappen of te draaien.
Wanneer de leerlingen denken het lied te beheersen, gaan we in deze fase de leerlingen uitdagen om de grenzen van hun mogelijkheden te verkennen. Het wordt bijvoorbeeld moeilijker gemaakt door bij een bepaald woord te klappen of te draaien.
A- Afsluiting - Hierbij wordt
de les afgesloten.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om het lied nu helemaal te zingen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om het lied nu helemaal te zingen.
R- Reflectie
Hierin wordt bekeken of het gemaakte lesplan overeenkomt met de doelen die behaald zijn in de praktijk. Hierin wordt ook geëvalueerd over de wat ze van de les vonden.
Hierin wordt bekeken of het gemaakte lesplan overeenkomt met de doelen die behaald zijn in de praktijk. Hierin wordt ook geëvalueerd over de wat ze van de les vonden.
(Bron: Vrolijk, R. (2013). Nieuw geluid. Groningen/Houten:
Noordhoff Uitgevers bv)
Ontwerp :
De kinderen hebben dit liedje al een stuk vaker gehoord rond de sinterklaas tijd, dus de tekst is al bekend. Het doel van de les is om de groep na deze les redelijk synchroon en op de zelfde toon "Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht" te kunnen laten zingen.
Muzikale opening en inleiding
De kinderen hebben dit liedje al een stuk vaker gehoord rond de sinterklaas tijd, dus de tekst is al bekend. Het doel van de les is om de groep na deze les redelijk synchroon en op de zelfde toon "Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht" te kunnen laten zingen.
Muzikale opening en inleiding
Ik zal beginnen met een klein verhaaltje over Sinterklaas, en ik zal de kinderen vertellen dat iedereen heel goed mee moet doen met onderdelen in het verhaaltje. Bijvoorbeeld "een stukje zwemmen om een verloren pakje van de stoomboot terug te halen" Na de warming up van dit verhaaltje zal ik een heel klein en makkelijk sinterklaas liedje opzetten om de kinderen al in een wat leukere sfeer te krijgen. Hierbij mag iedereen gewoon lekker meezingen.
Kern :
Na het lekker meezingen met een simpel sinterklaas liedje vertel ik ze dat we nu een ander sinterklaasliedje gaan instuderen en dat sommige het liedje al kennen, maar dat maakt helemaal niks uit. Want straks gaan we het met z'n allen prachtig zingen !
Ik begin met voorzingen/het laten horen van het hele nummer. Daarna zal ik kleine stukjes zingen/laten horen en de kinderen steeds bepaalde delen mee laten doen. En dit opbouwen van 1 stukje, naar 2 stukjes, naar helemaal (bijvoorbeeld)
Kern :
Na het lekker meezingen met een simpel sinterklaas liedje vertel ik ze dat we nu een ander sinterklaasliedje gaan instuderen en dat sommige het liedje al kennen, maar dat maakt helemaal niks uit. Want straks gaan we het met z'n allen prachtig zingen !
Ik begin met voorzingen/het laten horen van het hele nummer. Daarna zal ik kleine stukjes zingen/laten horen en de kinderen steeds bepaalde delen mee laten doen. En dit opbouwen van 1 stukje, naar 2 stukjes, naar helemaal (bijvoorbeeld)
Als blijkt dat veel kinderen de tekst van het liedje nog niet kennen zal ik deze op het bord schrijven.
Verwerking :
Als we het lied als klas goed onder de knie hebben gaan we beginnen met bewegingen toevoegen aan verschillende delen van het lied. bij het woord "sinterklaas" of "sinterklaasje" bijvoorbeeld net doen of je een mooie hoed/staf hebt.
Als woord "stout" of "roe" komt boos proberen te kijken en een beetje met je vinger "mopperend heen en weer bewegen"
Mocht dit allemaal van een leien dakje gaan kunnen we de klas in groepen verdelen, en dan krijgt elk groep een eigen beweging.
Mochten we de kinderen tot het uiterste uitdagen kan je ze als groep zelf bewegingen laten bedenken op verschillende stukjes in het lied.
Afsluiting :
Hangt er van af waar we met de verwerking zijn gekomen. Zijn we maar gekomen tot het deel waar we nog geheel klassikaal waren zullen we daar ook mee eindigen, met nog 1 keer klassikaal knallen. Maar zijn we zo ver gekomen dat elk groepje eigen bewegingen heeft mogen bedenken zullen we het lied net zo vaak zingen als dat er groepjes zijn, zodat elk groepje even de volle aandacht over zich gevestigd heeft gekregen met hun eigen originele bedenksels. Ten slotte zal ik vragen wat de leerlingen van de les vonden.
Als we het lied als klas goed onder de knie hebben gaan we beginnen met bewegingen toevoegen aan verschillende delen van het lied. bij het woord "sinterklaas" of "sinterklaasje" bijvoorbeeld net doen of je een mooie hoed/staf hebt.
Als woord "stout" of "roe" komt boos proberen te kijken en een beetje met je vinger "mopperend heen en weer bewegen"
Mocht dit allemaal van een leien dakje gaan kunnen we de klas in groepen verdelen, en dan krijgt elk groep een eigen beweging.
Mochten we de kinderen tot het uiterste uitdagen kan je ze als groep zelf bewegingen laten bedenken op verschillende stukjes in het lied.
Afsluiting :
Hangt er van af waar we met de verwerking zijn gekomen. Zijn we maar gekomen tot het deel waar we nog geheel klassikaal waren zullen we daar ook mee eindigen, met nog 1 keer klassikaal knallen. Maar zijn we zo ver gekomen dat elk groepje eigen bewegingen heeft mogen bedenken zullen we het lied net zo vaak zingen als dat er groepjes zijn, zodat elk groepje even de volle aandacht over zich gevestigd heeft gekregen met hun eigen originele bedenksels. Ten slotte zal ik vragen wat de leerlingen van de les vonden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten